OUDE MOLEN Langeveen

Laatst bijgewerkt op 1 aug. 2015

Naast de molen staat nog steeds de 2e winkel van de Fam. van de Aast. Het is moeilijk exact vast te stellen, wanneer de winkel/bakkerij activiteiten van de Fam. van de Aast zijn gestart. Er is waarschijnlijk al vanaf de komst naar Langeveen, (omstreeks 1850), ongeveer 100 mtr. vanaf de huidige plek sprake van winkel en bakkerij activiteiten.

De winkel werd aanvankelijk gedreven door weduwe van de Aast-Achtereekte (geb.1826), daarna door zoon Jans van de Aast (geb.1861), daarna door jongste zoon Hein van de Aast (geb.1907) en als laatste door zoon Joop van de Aast (geb.1939), welke de winkel heeft gedreven tot 31 augustus 2013. (Ongeveer 160 jaar winkel.)

 

Zoals blijkt uit de documenten is de molen gesticht door winkelier Jans van de Aast (geb.1861) samen met zijn oudste zoon Gerhard van de Aast (geb.1888) die in 1909 op 21 jarige leeftijd de eerste molenaar werd, daarna voortgezet door Jan van de Aast (geb.1926) en uiteindelijk als Agro handelsonderneming nu nog in bedrijf onder leiding van Jos van de Aast (geb.1961).

 

Uit documenten, onlangs teruggevonden, is precies bekend wanneer officieel de maal en voer activiteiten gestart zijn.

 

Onderstaand een detail van een verzoekschrift uit 1909 tot oprichten van een windkorenmolen.

detail_verzoek_4_nov._1875.jpg

 

Als startdatum voor de  maal- en voer activiteiten hanteren we 29 juni 1909.

Op deze datum is namens de koningin door de minister van Financien vergunning verleent tot het oprichten van de molen.

Gezien onderstaand artikel uit het jaarboek Twente 1970 was de bouw in april 1909 al in volle gang, er werd nl. op 30 april 1909 een feestelijke pauze ingelast omdat er een prinsesje geboren was. (Prinses Juliana)

 

Op de vergunning werd kennelijk niet gewacht.

Maal_vergunning_1909.jpg

De molen, is dus in 1909 gebouwd en bedoeld om graan mee te malen,

voor zowel bakkersmeel als diervoeder.

 

Midden jaren 50 van de vorige eeuw is de molen gedeeltelijk ontmanteld, ingekort en is er een ombouw omheen gezet. Mede door de aanschaf van een diesel motor, waren de wieken niet langer noodzakelijk. 

Tot 1996 was 50 jaar lang een gedeelte in gebruik als kantoor van Jan van de Aast sr.

De overige ruimte deed dienst als opslagruimte.

 

Tijdelijk is de molen in gebruik geweest als zorg-atelier / winkel .

 

Eind 2009 zijn we begonnen met de renovatie en sinds 2013 is de molen in gebruik als kantoor / presentatie- en vergaderruimte.

Ook worden de ruimtes veelvuldig gebruikt door diverse verenigingen en andere bedrijven voor vergaderingen etc.

 

Onderstaand vindt u een fragment uit Jaarboek Twente 1970

 

Herinnering aan de molenbouw (1909) van de windmolen

van de Aast te Langeveen.

 

Fragmenten uit jaarboek Twente 1970.

Auteur H. van Housselt zoon van molenbouwer Rudolph van Housselt molenbouwer te Coevorden.

 

Klapper-de-klap, de wieken in ’t rond

Rustloos gedreven, stonde aan stond,

’t klinkt zo harmonisch, de rhytmische gang,

’t is dodenmuziek, dit korengezang.

 

Glasplaat foto uit 1913

Molenfotoansichtkaart3.jpg

 

Bakker van de Aast van Langeveen betrok zijn meel, hoofdzakelijk van rogge gemalen, van de kleine korenmolen ter plaatse. (de Bekhuis molen op de achtergrond) Deze molen, zonder stelling, had vermoedelijk slechts 1 paar stenen. Zo kon het gebeuren, - als de molenaar veel werk had of ook als er geen wind was – dat de bakker menigmaal grote meelzorgen had. Dat een molen zonder wind niet malen kan zegt ook al de spreuk aan de molen in ootmarsum: “Bij storm en wind, is God mijn Vrind.

 

Ontevreden over deze gang van zaken informeerde de bakker eens bij de molenaar of hij niet genegen was, één motor in de molen te plaatsen, zodat hij niet meer van de wind afhankelijk zou zijn, maar de molenaar voelde daar helemaal niets voor. Het gevolg was, dat de bakker toen zelf maar een molen liet bouwen.

In die tijd was roggemeel nog onontbeerlijk voor ’t hoofdvoedsel roggebrood; Kolenbrander van Tubbergen heb ik het eens zo mooi horen zeggen: “In ’t Twentse vaandel staat brood en pap!” Daaruit is tevens verklaard, hoe twee molens zo dicht bij elkaar in een buurtschap als Langeveen bestaans mogelijkheid konden hebben.

Bakker van der Aast trad in overleg met vader en het gevolg was, dat in Dwingeloo (Dr.) een nog goede molen werd gekocht, oorspronkelijk afkomstig ergens uit Groningen, waar hij als houtzaagmolen dienst had gedaan. Het was nu de taak van mijn vader, de molen in Dwingeloo af te breken, hem naar Langeveen te vervoeren en hem daar weer op te bouwen en bedrijfsklaar af te leveren. Met de afbraak waren al enige weken gemoeid. Al het materiaal moest zodanig gerangschikt worden dat bij de wederopbouw alles als het ware voor het grijpen lag. Het vervoer leverde wel de grootste problemen op. Want van Dwingeloo naar Langeveen was in die tijd geen peuleschilletje, waarbij de lengte en de zwaarte der onderdelen een geducht woordje meespraken, Bij de bouw van de molen in Erica was in 1897al gebruik gemaakt van vervoer te water, zodat vader natuurlijk die mogelijkheid het eerst overwoog. Naar en van het schip moest het vervoer dan per wagen plaats hebben. Het dichtst bij zijnde vaarwater was de Drentse Hoofdvaart. Daarop werden de lange delen, zoals achtkantsstijlen en roeden, tot een vlot samengebonden, drijvende vervoerd. De andere stukken werden op een schuit geladen. Daar Langeveen niet aan het vaarwater ligt, moest in Bergentheim overgeladen worden, waar de Van Royenswijk het eindpunt van het watervervoer was. Vandaar naar het eindpunt was nog een afstand van 7 kilometer, hoofdzakelijk over hobbelige zandwegen met kuilen en gaten. Voor dit transport werden wagens en mallejan gebruikt. Alles kwam in goede staat op de plaats van bestemming aan, keurig naar wens gerangschikt. Zo kon, 1909 de molen van Dwingeloo, afkomstig uit Groningen, een nieuw leven beginnen in het Twentse Langeveen, waar hij bakker Van der Aast uit zijn bedrijfszorgen zou helpen.

 

Allereerst moest in Langeveen met het grondwerk worden begonnen. Voor de fundering moest tot op de grond worden gegraven; daarna kon het metselwerk beginnen. Intussen was de molenmaker met zijn knechts al begonnen met onder- en boventafel-element, binten en vlakke velden in elkaar te zetten. Toen de metselaars met hun werk gereed waren, kon de opbouw van de molen volgens de regels der molenbouwkunstbeginnen, te beginnen met het ondertafel-element, dan de binten, de velden en eindelijk het boventafel-element. Voor het richten werd een richtmast geplaatst met bovenop een vierkante beuken plaat, waarin op de hoeken gaten waren geboord voor het vastknopen van de tuien. Voor het ophalen der onderdelen werd gebruik gemaakt van een lier, of, zoals in die tijd veel gebruikelijk was , van een zelfgemaakt apparaat. Aan weerszijden der uitstekende bomen liep een man, soms meer, te duwen, zodat een draaiende beweging ontstond. Om het ronde gedeelte werden twee slagen van de touwkabel gelegd. Deze touwkabel werd onder het hijsen door een man slagswijze netjes in een gereedstaande ton gelegd; om beschadiging van de kabels- en dus bedrijfsongevallen – te voorkomen, werden die met de grootst mogelijke zorg omgeven. De kabel liep door een twee- en een drie-schijvige katrol, waarmee de las werd gehesen.

Bij het ophalen van het boventafel-element deed zich een moeilijkheid voor: het wilde niet zakken op de pennen der hoekstijlen. Vader klom naar boven met een zwaar stuk hout, waarmee hij met veel moeite het geval op zijn plaats stampte. Voorwaar geen ongevaarlijk karwei.

Bouwtekening_Molen_1909.jpg

 

Op zeker dag meldde zich een timmerman uit Haaksbergen om werk. Nadat vader even met hem had gesproken, waren ze het al eens geworden: Toon kon direct wel beginnen. Maar hij moest eerst weer naar huis om zijn gereedschap te halen, zodat het de volgende morgen werd, voordat hij aan de slag koon gaan. Nadat hij zich dan gemeld had, ging hij naar binnen om zich voor de arbeid te kleden. Het was in die tijd in zo’n geval de gewoonte, dat de werklieden als regel bij de molenaar in de kost waren. Vader stond buiten met de molenaar te praten en toen Toon naar binnen was, ging vader zijn gereedschap eens bekijken, dat Toon buiten neergelegd had. Vader wilde zich wel eens vergewissen of Toon linkshandig danwel bekwaam was. Het gereedschap kon vaders goedkeuring wegdragen en Toon bleek dan ook een voortreffelijk timmerman te zijn.Wanneer precies met de bouw van de Langeveense molen is begonnen is mij, helaas, ontgaan. Wel weet ik, dat op 30 april 1909 het werk in volle gang was. Opeens beginnen in wijde omtrek de klokken te luiden: prinses Juliana was geboren ! ’t Was feest in Nederland, ook bij de molenbouwers. In die tijd gaf het nog geen snipperdag, maar daarom sprak het nog wel vanzelf dat onmiddellijk het werk gestaakt werd. Ik geloof niet datbij die molen beschuit-met-muisjes werd gegeten, maar Oranjebitter was er in ruime mate voorhanden, zoals de heer Van der Aast mij in 1936 verzekerde. 

 

Auteur H. van Housselt zoon van de molenbouwer Rudolph van Housselt.

 

 

 De molen 100 jaar later in 2013

 

Vergaderruimte_molen_foto_klein.jpgpresentatie_ruimte_foto_klein.jpgMolen_met_tuin.jpg

 

Voor foto archief: klik op foto's oude molen  onderaan deze tekst.

 

De foto's zoals bovenstaande, van kenmerkende objecten in  de toenmalige dorpen begin jaren 1900, werden veelal gemaakt door rondreizende fotografen, vaak van Joodse komaf, welke de foto's later aanboden als ansichtkaart, aan de lokale winkeliers.

Zo zijn  vele ansichtkaarten gedurende meer dan 100 jaar door de fam. van de Aast in hun dorpswinkel verkocht.

 

De oudste foto's uit 1913 zijn gemaakt door reizende fotograaf C. van de Zijl te Amsterdam

Dhr. v/d Zijl,  van Joodse afkomst heeft de oorlog niet overleeft en is in 1942 overleden in kamp Auschwitz. Volgens informatie van de stadsarcheoloog van Amsterdam is het fotoarchief tijdens de oorlog verloren gegaan.

De foto's omstreeks 1930 (met eerste vrachtauto erop) zijn gemaakt door reizende fotograaf Sanders.De heer Sanders is ook overleden tijdens de oorlog in 1943 in Auschwitz.Het foto archief van de heer Sanders is verloren gegaan tijdens een brand.

Foto met 3 mannen op de tractor: hier is men bezig veldbonen in jute zakken plat te rijden, de 3 mannen zitten er op, zodat de tractor wat zwaarder wordt. De schillen worden op die wijze losgemaakt van de bonen, zodat deze bonen gemalen kunnen worden, tot veevoer. Wat een werk !

Ook vind u in de " foto's oude molen " enkele foto's van de winkels.

De eerste winkel / bakkerij  stond aan de Heppenweg nu nr. 11.

De 2 e winkel vanaf 1932 op de plek waar deze nog steeds staat.

de interieur foto's van de winkel zijn van na de verbouwing in de 50 er jaren.

 

FOTO'S OUDE MOLEN